Anatomie, fysiologie, pathologie
Vier in één
Anatomie, fysiologie en pathologie vormen samen AFP, een veelomvattend vak waaraan ook de farmacologie is toegevoegd. Bij Thomas More Mechelen is er bewust voor gekozen om deze vier onderdelen niet als aparte modules aan te bieden maar ze in één vak te bundelen. Want ze houden verband met elkaar: anatomie leert je hoe het menselijk lichaam in mekaar zit; fysiologie legt uit hoe het werkt; pathologie of ziekteleer gaat over wat er fout kan lopen en farmacologie bekijkt de medicatie die nodig is om te genezen. Als student leer je dus niet eerst alleen alle namen en pas later de pathologie, je leert meteen dat de supraspinatus een spier is in de schouder waar bijna de helft van de 65-plussers last van krijgt en welke geneesmiddelen bij een maagzweer kunnen worden voorgeschreven, bijvoorbeeld.
” AFP: een sleutelvak in je opleiding verpleegkunde “
Latijn is de taal van de medische wereld
AFP is ook een theoretisch vak, wat betekent dat je als student een grote hoeveelheid leerstof verwerken krijgt, waaronder een flinke portie Latijnse termen: alle namen van organen, spieren, klachten… zijn allemaal in het Latijn. Wereldwijd, van Australië tot Hawaï, gebruiken artsen en verpleegkundigen diezelfde termen. Dat is dus een sterk communicatiemiddel, een gemeenschappelijke medische taal. En zoals bij elke taal is het niet alleen belangrijk dat je de woordenschat studeert, maar dat je ze leert hanteren en hoe meer je ze gebruikt hoe gemakkelijker de taal wordt.
Leren observeren
“Verpleegkundigen moeten toch geen dokters zijn!” Het is een vaak gehoorde opmerking, en het klopt ook. Toch is AFP een sleutelvak, dat de basis vormt voor een hele reeks competenties. Om te beginnen verwerf je als student uitgebreide kennis over het menselijk lichaam, wat er mis kan gaan en wat de symptomen daarvan zijn. Maar misschien nog veel belangrijker is dat je leert observeren en klinisch redeneren. Als verpleegkundige sta je dichter bij de patiënten dan wie dan ook, zeker in een ziekenhuis. Jij bent degene die als eerste zal zien en horen of die persoon zich beter voelt of net niet. Het is dus belangrijk dat je de gezondheidstoestand van mensen goed kan inschatten en weet wanneer je iets moet signaleren aan de arts of alarm moet slaan. In het laatste geval is het belangrijk dat je dat op een deskundige manier kan doen en dat je precies kan uitdrukken wat er aan de hand is.
Klinisch redeneren
Klinisch redeneren is wellicht het belangrijkste onderdeel van dit vak. Als student leer je de theoretische kennis die je hebt verworven, toe te passen op concrete casussen. Analyseren wat je ziet, dat koppelen aan wat je weet en kent, begrijpen wat er mis is… en zo stukjes van het probleem bij elkaar puzzelen. En uiteraard is het ene probleem complexer dan het andere en als verpleegkundige hoef je geen diagnose stellen, daar zijn de dokters voor. Maar als student leer je klinisch redeneren zodat je een aanzet kan geven. Wat minstens even belangrijk is. En dat is uiteindelijk waar AFP over gaat.
“Als verpleegkundige sta je dichter bij de patiënten dan wie dan ook. Het is dus belangrijk dat je de gezondheidstoestand van mensen goed kan inschatten”
Lieve Van Nieuwenhuysen – arts en docente AFP
“Wereldwijd gebruiken artsen en verpleegkundigen diezelfde Latijnse termen. Dat is dus een sterk communicatiemiddel, een gemeenschappelijke medische taal“
Miriam Kutten – huisarts en docente AFP