Ik telde 57 paar witte sneakers, 7 sjaals, slechts 23 kleedjes en 4 fruitsapjes.
‘Wij houden actief toezicht’ zo staat er in de richtlijn voor docenten.
150 minuten lang verblijven in een lokaal waar stress een gezicht krijgt, waar persoonlijke ruimte een ongekend begrip is en waar de kwaliteit van basisbehoeften als licht en lucht hoop op de prioriteitenlijst staan voor wie er verblijft. Het is een bijzondere ervaring.
De basisuitrusting van de gemiddelde student bevat water en oordoppen, een pen en studentenkaart. Een krakend raam, een zoemende ventilatie en soms, ja soms toezichters die praten in de categorie van ‘actief toezicht’ klasseren, worden op kunstmatige manier gebannen uit de wereld van de student.
Het is zeker al 7 toezichtbeurten geleden dat ik nog een student tegen kwam die tijdens de examentijd nood had aan een toiletbezoek. Nochtans drinken ze nu tijdens de examens, dat was vroeger niet eens toegelaten. Er flitsen allerlei plausibele verklaringen door mijn hoofd. De ene lijkt me al realistischer dan de andere. Als is dat niet recht evenredig met wat ik hoop dat waarheid is.
Laatst las ik nog dat we niet enkel vaardigheden moeten aanleren, maar dat kennisverwerving dringend terug opgewaardeerd moet worden. Ik geloof het graag. Maar is toch geen tijd om, al is het uit noodzaak, de kennisevaluatie eens te evalueren?
Geloof me ik kan geen oortjes van een oordop onderscheiden als ze in een oor zitten. Ik kan een smart watch niet van een horloge onderscheiden zonder indiscreet te zijn. Ik kan zelfs als actief toezichter geen 200 studenten afwenden van de moderne kennistechnologie.
Wat is er mis met een goed gesprek? Een oerdegelijke uitwisseling van kennis, indrukken, bedenkingen tussen leermeester en leerling? Zonder verleidingen, met respect en zonder achterdocht. Een wederzijdse zoektocht naar verrijking.
Ja ja, te veel stress voor de student, te arbeidsintensief voor de docent. Misschien zegt dat iets over de vaardigheden waar we op moeten inzetten?